De klimaatverandering is al lang geen abstract begrip meer. Ik zie het elke dag om mij heen, in de tuinen waar ik werk, in het veranderende ritme van de seizoenen, en vooral in de uitdroging van de bodem. Waar vroeger buxussen, seringen en kardinaalsmuts het goed deden, leggen ze nu het loodje, als ze niet dagelijks bewaterd worden.
Als tuinvrouw pas ik mijn adviezen hierop aan. Water geven is niet langer een sluitpost, maar een strategische keuze. En eerlijk gezegd: wie wil er nu urenlang sproeien als het ook anders kan? Daarom richt ik me steeds meer op planten die goed tegen de droogte kunnen. Planten die niet bij elk zuchtje wind of zon hun bladeren laten hangen. Planten die zich gedragen als overlevers. Hieronder deel ik een aantal van mijn favorieten.
Olijfwilg (Elaeagnus ebbingei) – robuuste haagplant
Steeds vaker raad ik mensen af om nog langer buxus of coniferen te gebruiken als haagplant. Niet alleen omdat ze vatbaar zijn voor schimmel en rups, maar ook omdat ze slecht tegen langdurige droogte kunnen. De olijfwilg is wat mij betreft het perfecte alternatief. Deze sterke struik heeft grijsgroen, leerachtig blad dat waterverlies tegengaat. Bovendien bloeit hij in het najaar met onopvallende maar heerlijk geurende bloemetjes. Hij groeit snel, is goed te snoeien, en blijft ook in de winter mooi groen. Een klimaatbestendige haag, die ook nog eens vogels aantrekt.
Brem – zonnige overlever met vlammende uitstraling
Brem is zo’n plant die vaak wordt vergeten, maar zodra ze bloeit, kun je er niet omheen. Haar felgele, witte, rode of roze bloemen steken als vlammen af tegen het groen en trekken meteen de aandacht – én zijn goed voor de bijen. Oorspronkelijk komt brem uit schrale zandgronden, en dat merk je: ze is ijzersterk in droge omstandigheden. Haar fijne, bijna bladloze takken verdampen weinig water en de diepe wortels zoeken zelf hun weg naar vocht. Brem doet het goed in de volle zon, in arme grond, en heeft nauwelijks verzorging nodig. Na de bloei kun je haar licht terugsnoeien om haar vorm te behouden. Een ideale struik voor wie kleur, geur en robuustheid wil combineren.
Sedum – vetplant voor de border én het dak
Sedums, of vetkruid, zijn niet alleen prachtig in bloei, ze slaan ook water op in hun dikke bladeren. Daardoor kunnen ze weken zonder regen overleven. Er zijn laagblijvende soorten voor bodembedekking, en hogere soorten zoals Sedum ‘Herbstfreude’ die tot ver in de herfst bloeien. Ook op groendaken worden sedums veel gebruikt vanwege hun droogtetolerantie. Ik plant ze graag in de zon, op arme grond, tussen stenen of in verhoogde borders. Eenmaal geplant, heb je er jarenlang plezier van zonder extra watergift.
Ezelsoor (Stachys byzantina) – aaibaar en robuust
Wie ooit ezelsoor heeft aangeraakt, herinnert zich dat gevoel. Het zachte, viltige blad voelt als fluweel. En juist die vachtlaag beschermt de plant tegen uitdroging. Ze doet het goed op droge, zonnige plekken en is prachtig als bodembedekker of borderplant. De grijsgroene kleur combineert mooi met paars en blauw. Ik zet haar vaak aan de rand van borders, waar ze niet alleen mooi oogt, maar ook slakken op afstand houdt.
Lavendel – geur, kleur én bijenmagneten
Lavendel is voor mij de koningin van de mediterrane beplanting. Ze houdt van zon, ze gedijt in droge, kalkrijke grond en vraagt nauwelijks onderhoud. Een jaarlijkse snoeibeurt houdt haar mooi compact en bloeiend. Bovendien is lavendel onweerstaanbaar voor bijen en hommels. Als je biodiversiteit in je tuin belangrijk vindt, is lavendel een absolute must-have. Combineer lavendel met grindpaden of als randplant langs borders. De geur komt dan nog beter tot zijn recht wanneer je erlangs loopt.
Kattenkruid (Nepeta) – zacht, geurend en onverstoorbaar
Kattenkruid is een van die planten die echt niet moeilijk doet. Zon? Prima. Zandgrond? Heerlijk. Geen regen? Dan schakelt ze gewoon over op overlevingsstand. Met haar grijsgroene blad en lavendelkleurige bloemen doet ze denken aan lavendel, maar ze is iets losser van vorm en bloeit vaak rijker. Bijen en vlinders zijn er dol op en je houdt er de muggen mee op afstand. Na de eerste bloei kun je haar terugknippen voor een tweede ronde. Een perfecte plant voor een onderhoudsvriendelijke tuin.
Rozemarijn – keukenkruid en klimaatchampion
Rozemarijn is een echte overlever. Deze houtige struik kan goed tegen droogte én winterkou (al is het verstandig haar wat beschut te zetten bij strenge vorst). Haar geurige naaldachtige blaadjes verdampen nauwelijks vocht, en dat maakt haar perfect voor zonnige, droge plekken. Bovendien heb je altijd verse rozemarijn bij de hand voor in de keuken of om een kruidige olie mee te maken. Mijn favoriet? De rechtop groeiende ‘Officinalis’, maar ook de kruipende rozemarijn is prachtig over muurtjes.
Tijm – compact, geurend, onverzettelijk
Tijm is een klassieker in de mediterrane keuken, maar ook een held in de tuin. De lage, houtige struikjes verdragen volle zon en doen het prima op droge, stenige grond. Je hebt vele soorten, van de citroentijm tot de sterk kruidige ‘German Winter’. Ze bloeien met kleine roze of paarse bloemetjes die vol zitten met nectar voor bijen en zweefvliegen. Gebruik tijm tussen stenen in een kruidentuin of als randbeplanting langs paadjes. Wrijf er met je hand over en de geur neemt je mee naar een zonovergoten heuvel in Italië.
Oregano – de taaie
Oregano (of wilde marjolein) heeft niet veel nodig om te floreren. Hij groeit als een vrolijke, taaie bodembedekker met stevige stengels en felpaarse bloemen. Ideaal voor wie weinig wil tuinieren maar wel een rijke, geurige kruidlaag wil. Oregano verdraagt hitte en droogte als een kampioen. Laat hem bloeien voor de bijen en knip hem dan terug voor een tweede oogst. In salades, pastasauzen en pizzagerechten komt zijn karakteristieke smaak goed tot zijn recht.
Salie – sierlijke wijsheid
Salie is voor mij de kruidenversie van ezelsoor: viltig blad, grijsgroen, en vol etherische oliën die haar beschermen tegen uitdroging. Salie groeit graag in de zon en overleeft droge periodes met gemak. Haar paarse bloemen trekken hommels aan, en haar blad is niet alleen lekker in gerechten, maar wordt ook gebruikt in rituelen en als zuiverend rookmiddel. In de tuin geeft salie een robuuste uitstraling en combineert mooi met siergrassen, lavendel of rozemarijn.
Citroenmelisse – de zachtaardige optimist
Hoewel citroenmelisse iets meer vocht nodig heeft dan haar zuiderse neefjes, blijkt ze verrassend resistent tegen droogte zodra ze goed geworteld is. Haar frisse citroengeur werkt kalmerend en opbeurend – en ook bijen zijn er dol op. Ik plant haar vaak op plekken waar ochtendzon en middagzon elkaar afwisselen. Ook in potten doet ze het goed, mits je haar af en toe een slokje water geeft. Pluk het blad voor thee, salades of om mee te koken.
Dragon – de mysterieuze smaakmaker
Dragon is een wat minder bekende tuinbewoner, maar zeker de moeite waard. Vooral de Franse dragon groeit compact en houdt van warme, droge omstandigheden. De smaak is anijsachtig en verfijnd – perfect bij vis, kip of in bearnaisesaus. Ze gedijt op lichte grond met veel zon en kan jarenlang op dezelfde plek blijven staan. Als ze zich eenmaal thuisvoelt, vraagt ze bijna niets meer terug.
Tot slot: tuinieren met het klimaat mee
Als tuinvrouw zie ik het als mijn missie om mensen bewust te maken van de veranderende omstandigheden. We moeten ons tuinieren aanpassen aan het nieuwe klimaat, en dat betekent: kiezen voor planten die tegen een stootje kunnen. Niet uit gemakzucht, maar uit wijsheid.
Een droogtetolerante tuin is niet saai of dor. Integendeel: ze kan bruisen van leven, geur en kleur – zolang je durft los te laten wat vroeger werkte, en durft te kiezen voor wat nu nodig is.
Laat je inspireren door de zonovergoten hellingen van Zuid-Europa. Daar hebben planten al eeuwen geleerd hoe je overleeft met weinig water. Die lessen mogen we nu ook in onze tuinen toepassen.
Wil je advies over het opnieuw inrichten van jouw tuin met droogtetolerante planten? Neem gerust contact met me op. Samen maken we jouw tuin weerbaar én prachtig.