Maar uiteindelijk krijg je wel een mooier resultaat
Het is april. De zon wint aan kracht. In de tuin begint alles weer te groeien. Dit is het moment om de snoeischaar te pakken. Snoeien in april en mei vraagt lef. Zeker als het om drastisch snoeien gaat.
Je kijkt naar je laurier of taxus en denkt: durf ik het aan? Toch is nu het moment. Veel struiken kunnen een flinke snoeibeurt gebruiken. De laurier bijvoorbeeld. Die groeit snel en wordt makkelijk te breed of te hoog.
Ook de klimop mag je stevig terugknippen. Vooral als hij op muren of schuttingen groeit.
Controleer eerst op vogelnestjes
Maar kijk uit! Vanaf half maart zoeken vogels een veilige plek om te nestelen.
Loop daarom altijd even rond de struik of kruip er even in voor je gaat snoeien. Zie je een nest? Wacht dan tot na het broedseizoen.
Welke struiken kun je nu snoeien?
In april en mei kun je o.a. deze planten flink terugknippen
- Laurier (Prunus laurocerasus)
- Taxus (Taxus baccata)
- Klimop (Hedera helix)
- Vlinderstruik (Buddleja davidii)
- Vlier (Sambucus nigra)
- Kornoelje (Cornus alba)
- Siergrassen (zoals Miscanthus)
- Braam (Rubus fruticosus)
- Spirea (Spiraea japonica)
Let op: elke plant heeft zijn voorkeur. Zoek bij twijfel de soort op. Let goed op het weer. Snoei niet op een zonnige dag, zeker niet bij de taxus. De snijvlakken kunnen dan verbranden. Een bewolkte, droge dag is ideaal. Vermijd ook snoeien vlak voor nachtvorst.
Snoeien is meer dan alleen inkorten. Je haalt oud hout weg. Verwijdert zwakke takken.
Geef licht en lucht aan het hart van de struik. Zo stimuleer je nieuwe groei en een compacte vorm.
Drastisch snoeien is soms beter, want dan verwijder je oude sliertige uitlopers. De energie die vloeit dan vanuit de stam naar de frisse jonge uitlopers. Bijvoorbeeld taxus herstelt goed, zelfs na rigoureuze snoei.
Ook vlier, kornoelje en vlinderstruik bloeien op nieuw hout. Door flink terug te snoeien, krijg je sterke, frisse uitlopers.En uiteindelijk krijg je een mooie, gezonde struik.
Maar het ziet er in het begin kaal uit. Dat doet pijn, alsof je iets kapotmaakt. Toch is het een investering in de toekomst. Snoeien is een vorm van zorg, net als het knippen van je haar.
Tuingereedschap
Gebruik altijd scherp en schoon gereedschap, zoals een handzaag, takkenschaar of handschaar. Voor dikkere stammen kun je een bijl, hiep of elektrische zaag gebruiken. Voor grotere oppervakten gebruik je een heggenschaar. Maak schuine sneden, net boven een knop of zijtak.
Werk rustig en gestructureerd, van boven naar beneden.
Nazorg met mulchen
Na het snoeien kun je de struik compost geven of mulch aanbrengen.
Dat beschermt de bodem en voedt de plant. Mulchen beschermt de bodem, houdt vocht vast en helpt ook om onkruid tegen te gaan. Gebruik bijvoorbeeld houtsnippers, bladeren, cacaodoppen of compost. Ook kun je hiervoor kleingemaakte takken en bladeren van je snoeiafval gebruiken. Mulchen is vooral handig bij droge periodes in het voorjaar. Je tuin ziet er netter uit én het is goed voor het bodemleven.
Leg een laag van 5 tot 7 centimeter rond de struik, maar laat een kleine ruimte vrij rond de stam of takvoet.
Zo voorkom je schimmel en verstikking van de plant.
Geduld
De eerste weken lijkt je tuin misschien kaal, maar al snel zie je nieuw blad, fris en groen.
De vorm herstelt zich, vaak mooier dan ooit. Drastisch snoeien doet soms pijn, maar het resultaat is het waard.